De cold case van Coby Toet - Rotterdam - 17-07-1984

Op dinsdagochtend 17 juli 1984 deed een fietsende voorbijganger een gruwelijke ontdekking langs de inrit van de Maastunnel in Rotterdam. Op het talud onder het Droogleever Fortuynplein lag het dode lichaam van een dode vrouw in de bosjes, en het was duidelijk dat ze door een misdrijf om het leven was gekomen. De politie werd meteen gewaarschuwd en zette bij aankomst meteen het gebied rond de plaats delict af om uitgebreid onderzoek te kunnen doen. 

Politieonderzoek
De plek bleek een groot aantal voetstappen en sleepsporen te bevatten, en verderop van het lichaam werden de kledingstuk-ken van de vrouw teruggevonden. Ook op de trambaan van lijn 6 vond de politie interessante sporen, dit keer van een auto die blijkbaar tussen de tramrails had gereden. Het omvangrijke sporenonderzoek nam de hele dag in beslag, waarna het lichaam van de vrouw uiteindelijk voor sectie werd overgebracht naar het Dijkzigt ziekenhuis. Op dat moment had de politie nog geen idee wie het slachtoffer was. 

Eigenzinnig heroïnehoertje
Aan die onduidelijkheid kwam snel een eind toen bekend werd dat de vrouw de 39-jarige Coby Toet was, een heroine prostituee uit Scheveningen. Ze bleek met een nylonkous te zijn gewurgd en vlak voor haar dood nog seksueel contact te hebben gehad. Er werden twintig rechercheurs op de zaak gezet in de hoop deze zo snel mogelijk op te lossen. Uit het onderzoek naar Coby werd duidelijk dat ze oorspronkelijk uit Scheveningen kwam maar als hoertje werkzaam was in Rotterdam. En hoewel haar lichaam op maar een paar honderd meter afstand lag van de pas geopende (gedoogde) tippelzone aan de G.J. de Jonghweg, bleek dit niet de gebruikelijke omgeving te zijn waar Toet haar seksuele diensten aanbood. Dat deed ze normaal gesproken namelijk in de binnenstad van Rotterdam. 

De veelal verslaafde tippelaarsters aan de G.J. de Jonghweg konden daardoor maar weinig over de vrouw vertellen. Het bleek in elk geval een nogal zonderlinge vrouw te zijn geweest die maar weinig contact onderhield met andere mensen. Rechercheurs konden er niet achter komen wie haar vaste klanten waren en met wie Coby verder om ging. Wat wel duidelijk werd was dat Coby, die soms 'Haagse Beppie' werd genoemd vaak de klanten accepteerde die door haar collega's om uiteenlopende redenen werden geweigerd. Ook wist de politie dat ze vaak met klanten mee ging in de auto, en dat ze in de vroege ochtend van haar moord waarschijnlijk ook met iemand was meegereden. 

In de hoop op meer aanknopingspunten deed de politie een getuigenoproep in de media. Mensen die de prostituee voor het laatst hadden gezien werden gevraagd zich te melden. Ook wilde men weten in welke openbare gelegenheden de 39-jarige kwam en met welk gezelschap Coby zich de laatste tijd had omringd. Als laatste vroeg de politie ook informatie over de klanten- en kennissenkring van het slachtoffer.  

Om de prostituees in Rotterdam beter te beschermen werd er vanaf 23 juli dat jaar een 'aanloopcentrum' geopend aan de 's-Gravendijkwal, dat zich in de directe omgeving bevond van de gedoogde tippelzone aan de G.J. de Jonghweg. Het inloopcentrum bood een beperkte recreatieruimte en sanitaire voorzieningen. Medewerkers van opvangcentrum The Bulldog bemanden de plek en noteerden vanaf dat moment ook de kentekens van klanten. 

Arrestaties voor andere geweldsdelicten
Kort na de moord op Coby deden diverse hoertjes aangifte van meerdere geweldsdelicten in het gebied. Zo had een 24-jarige man uit Capelle aan den IJsel een 18-jarige tippelaarster in zijn auto geprobeerd te wurgen met een touw, en werd een 19-jarig andere prostituee bijna het volgende slachtoffer van een misdrijf. Zij was door een klant meegenomen naar diens huis in Rotterdam West, waar de twee ruzie kregen over de rekening. Daarbij had de man het meisje bij de keel gegrepen waardoor zij haar bewustzijn kortstondig verloor. Toen ze weer bij kennis kwam wist ze de woning te ontvluchten. De politie arresteerde de dader op 25 juli 1984 voor poging tot doodslag. De 33-jarige L.J.N. had volgens de recherche niets te maken met de moord op Coby Toet. Ook de man uit Capelle werd opgepakt. In een verklaring van de politie werd duidelijk gemaakt dat er geen aanwijzingen waren gevonden die in een richting wezen van de moordenaar van Coby Toet.

Op 24 juli werd er opnieuw een man opgepakt. Dit keer op verdenking van verkrachting van een prostituee. De 29-jarige G.D.D. uit Rotterdam zou vier maanden eerder een 24-jarige vrouw hebben aangerand op het industrieterrein Abtspolder in Overschie. Het slachtoffer had aangifte gedaan in de hoop dat zij daarmee het onderzoek naar de moord op Coby zou helpen. 

Op 2 augustus van dat jaar (1984) werd in Amsterdam een 35-jarige man aangehouden op verdenking van betrokkenheid bij de moord op twee West Duitse prostituees. Het ging om Gertrudis J.D. Merchel (21) en Gisela Veit (23). In beide gevallen werd het lichaam van de vrouw gevonden in een afwateringskanaal in Zeewolde (Oost Flevoland). Er werd niets gezegd over een mogelijk connectie met de moord op Coby Toet in Rotterdam en het is onduidelijk of de politie destijds heeft gekeken naar een eventueel verband tussen de zaken. 

Verdachten aangehouden moord Coby
Een dag vóór de Amsterdamse aanhouding arresteerde de politie in Rotterdam de 36-jarige S.P.W. op verdenking van de moord op Coby Toets. Volgens de politie was de arrestatie het resultaat van uitgebreid onderzoek door meer dan twintig man Rotterdamse politie. De opleving was echter van zeer korte duur, want de verdachte mocht de volgende dag alweer naar huis wegens gebrek aan bewijs. Waarom de politie hem verdacht bleef onbekend.

Het duurde niet lang tot een tweede arrestatie in de zaak. Op 9 augustus pakte de politie de 31-jarige W. van S. uit Enschede op. Ook hij werd verdacht van betrokkenheid bij de moord op Coby, en dit keer zei de recherche zelfs sterke aanwijzingen te hebben dat hij de dader was. Van S. bleek in 1977 al eens vast te hebben gezeten voor een levensdelict. Hij was veroordeeld voor de moord op mede-zwerver Jean Vermeulen (48) in Rotterdam. Sinds zijn straf werd W. verpleegd in een tbr-inrichting in Enschede (een voorloper van tbs). W. van S. bleek op 15 juli 1984 enkele uren verlof te hebben gehad, waar hij echter niet van was teruggekeerd. In de dagen daarna werd hij gesignaleerd in Rotterdam, de stad waar Coby Toet een nacht na zijn verlof werd vermoord. 

De moord werd echter niet opgelost, want na enkele weken te hebben vastgezeten werd W. van S. uiteindelijk weer op vrije voeten gesteld. Het onderzoek verloor hierna aan momentum en doofde langzaam uit. Ondanks veel moeite van de politie ging het dossier onopgelost de plank op. 

De in 1986 vermoorde Daphne K.

Werk van seriemoordenaar?
Coby Toet was het eerste slachtoffer in een reeks van moorden op verslaafde heroinehoertjes in Rotterdam. In maart 1986 werd Monique Eckhart dood teruggevonden, en drie maanden later stuitte men in Ridderkerk op het half ontklede en dode lichaam van de 18-jarige Daphne K. Beide prostituees waren werkzaam geweest op de G.J. de Jonghweg. Bij de moord op Daphne, waarvan haar ouders de achternaam liever geheim wilden houden, vermoedde de recherche dat er een mogelijk verband bestond met de moorden op Eckhart en Coby Toet. De laatstgenoemde zaken werden betrokken in het onderzoek. 

Kort na de moord op Daphne werd er een 38-jarige Rotterdammer opgepakt als mogelijke dader. De politie bracht hem ook in verband met de moord op Eckhart en Toet. En hoewel hij stevig ontkende kwamen er al snel belastende verklaringen tegen hem. De man was overigens een reguliere klant aan de G.J. de Jonghweg. Hij zat 120 dagen vast op verdenking van de moord(en), maar kwam wegens gebrek aan bewijs uiteindelijk weer op vrije voeten. 

Na Daphne K. stopte het geweld tegen verslaafde prostituees niet. Nog vóór het jaar 1990 zouden er in totaal zes Rotterdamse hoertjes zijn vermoord waarvan de dader(s) onbekend bleven. Eén ding stond vast, en dat was dat de Maasstad mogelijk te maken had met een seriemoordenaar die het voorzien had op kwetsbare vrouwen op de tippelzone. 

Opnieuw onderzoek
In 2013 deed een politieteam opnieuw onderzoek naar de vele prostitutiemoorden die er inmiddels in heel Nederland waren gepleegd. Op dat moment waren er vanaf 1983 maar liefst 127 moorden op prostituees bekend, waarvan er tweeënveertig waren opgelost. De overige vijfentachtig werden opnieuw onder de loep genomen. Volgens berichten in de media zou er -wanneer mogelijk- een nieuw DNA-onderzoek worden gedaan bij al die zaken, in de hoop op nieuwe aanknopingspunten. Volgens René Bergwerff, voormalig leider van cold case team Rotterdam, was het politieteam mogelijk op het spoor gekomen van een seriemoordenaar. Er werden bij minstens vijf zaken duidelijke overeenkomsten gezien. 

Zaak blijft onopgelost
Hoewel er in de jaren na de moord op Coby Toet dus verschillende mensen zijn veroordeeld voor prostitutiemoorden bleef een oplossing in deze zaak uit. De vraag is nog steeds of de 39-jarige slachtoffer werd van een bloedlustige seriemoordenaar of juist van een eenling. De dader hoeft in elk geval niet meer te vrezen voor een straf, want de zaak is inmiddels verjaard (tenzij deze ooit is 'gestuit'). Toch is de politie nog altijd zeer geïnteresseerd in de identiteit van de moordenaar. Wie weet is hij verantwoordelijk voor nog veel meer misdrijven. Mocht hij óók de dader zijn van een moord na 1988 kan hij alsnog worden gestraft, aangezien moordzaken na dat jaar niet meer kunnen verjaren. 

Tips en Informatie
De nabestaanden van Coby Toet hebben recht om te weten wat er met haar is gebeurd en wie degene is die haar in een kansloze situatie van haar leven heeft beroofd. Weet u iets, of heeft u vermoedens? Laat het ons dan nu weten. Wij gaan met uw tip aan de slag en zorgen ervoor dat deze op de juiste plek terecht komt. U kunt desgewenst geheel anoniem blijven (laat de contactvelden dan leeg). Twijfel dus niet, en kom nu met uw informatie naar voren. 

Help mee en deel deze zaak met uw volgers

Stichting Coldcasezaken maakt gebruik van informatie uit open bronnen en onze pagina's zijn meestal een mix van (nieuws)berichten die wij zo veel mogelijk in onze eigen woorden vormgeven op de website. We maken vaak gebruik van artikelen uit nationale kranten(archieven) van o.a. De Telegraaf, het AD, Trouw, De Volkskrant, het Parool, NRC  etc. Voor een complete lijst van onze bronnen verwijzen wij u graag naar deze pagina

Indien u van mening bent dat er teksten of afbeeldingen in strijd zijn met het intellectueel eigendom dan verzoeken wij u om contact op te nemen. Op geen enkele wijze wordt door ons platform bewust onrechtmatig gebruik gemaakt van het intellectueel eigendom van anderen en betrachten wij uiterste zorgvuldigheid. De stichting is een non-profit organisatie en leunt volledig op vrijwilligers.