Een persoonlijk verhaal van Toos Beentjes over haar broer Piet Beentjes, die op 27 april 1987 op mysterieuze wijze spoorloos verdween op Waddeneiland Texel.
Mijn broer Piet
Piet, geboren, in 1959 was 4 jaar ouder dan ik. Hij was een druk jongetje. Tegenwoordig zou je zeggen dat hij ADHD had, maar dat werd toen nog niet zo genoemd. Hij was erg ondernemend. Hij heeft als kleuter een keer de bus naar Alkmaar genomen en tegen de chauffeur gezegd: mijn moeder komt zo hoor. Mijn moeder zat thuis en wist van niets. Was enorm bezorgd om haar zoontje dat weg was. Hij werd teruggebracht door de politie. Het was fantastisch. Het zwaailicht ging aan, hij had een ijsje gehad. Een tijdje later herhaalde hij zo n uitje. “Jullie maken het veel te leuk voor hem:” zei mijn moeder. Het verhaal werd anders. Piet werd verteld dat als hij dit nog een keer zou doen, hij in de gevangenis zou komen en zou moeten leven op water en brood. Toen was het klaar met zijn uitstapjes.
Piet en Toos Beentjes op het strand - klik om te vergroten
Piet was mijn grote broer die niet altijd zin had om met zijn kleine zusje op te trekken. “Ik ben geen kindermeid” zei hij dan. We hadden het soms ook heel leuk samen. Luisterden graag muziek, gingen kikkervisjes vangen bij sloot of roeien in de rubberen boot.
Piet was gek op muziek. Hij had een heel goed gehoor. Hij was een van de eersten die een cd speler had. Hij was eigenzinnig. Iedereen liep in een spijkerbroek maar Piet hield het bij zijn keurig nette terlenka broeken. Uiterlijk was belangrijk voor hem. Hij zag er altijd tiptop verzorgd uit. Hield ook van mooie spullen.
Hij worstelde met zijn geaardheid, zijn anders-zijn. Mijn vader zag hem het liefst aan brommers sleutelen maar zo n jongen was het niet. Het waren andere tijden, het was niet makkelijk. Mijn vader pleegde zelfmoord. Dat was moeilijk voor het hele gezin. Piet was 16 en ik 11 toen.
Als pubers konden we flink kibbelen. We hadden heel andere karakters, dat botste soms. Ik ging vroeg uit huis, op mijn 17e.
Toen we jong volwassenen waren en allebei in het Gooi woonden kregen we meer contact en gingen elkaar ook meer waarderen. We zagen elkaar bij onze moeder of zochten elkaar af en toe op.
Piet had dagelijks contact met onze moeder. Ook vlak voor zijn vermissing was dat zo. Mijn moeder was dan ook snel ongerust toen ze niets meer van Piet hoorde. Ze wist al snel dat het niet klopte.
Tekst gaat door onder de foto
In het begin konden we het niet geloven. Vermist. Wat is dat? We hoopten dat Piet thuiskwam. Dat hij een verhaal had, een verklaring voor zijn afwezigheid. Dagen werden weken, weken werden maanden, maanden werden jaren.
Van hopen dat hij thuiskwam werd het hopen dat hij gevonden werd, levend of dood. En nu na al die jaren ben ik alleen over. Mijn moeder is in 2009 gestorven. Ze vroeg zich iedere dag van haar leven af wat er toch in hemelsnaam met haar jongen gebeurd was. Ik vraag me dat niet dagelijks af, maar toch hoop ik dat ik voor ik zelf mijn ogen voorgoed sluit ik aan de weet kom wat er met mijn broer gebeurd is.
Het is geen mooi verhaal. Hij is naar Texel gegaan en vermist geraakt. Er zijn mensen die meer weten over zijn verdwijning daar ben ik van overtuigd. Er is moed voor nodig om de waarheid te spreken. Maar dat is alles wat ik wil.
Weten wat er gebeurd is, de waarheid horen, een punt achter alle vragen zetten.
Als kleuter bracht de politie hem thuis.
In 1987 had de politie geen belangstelling voor een 28 jarige man die vermist raakte.
“Hij spoelt wel aan als het straks drukker wordt op het eiland” was de reactie van de politie.
Er is een documentaire over de vermissing gemaakt door Jaap van Hoewijk: Piet is Weg.
Stichting Coldcasezaken heeft de zaak in de zomer van 2023 weer nieuw leven ingeblazen. Daarbij werkt de stichting met verschillende mensen en organisaties samen om antwoorden te vinden op de vragen die we nog steeds hebben.
U kunt reageren op dit verhaal. Uw emailadres wordt niet getoond in de reacties.
Reactie plaatsen
Reacties